Wayoutback – dag 3: Watarrka NP - Kings Canyon
24 oktober 2013 - Kings Canyon, Australië
Kings Canyon is een kloof in het Nationaal Park Watarrka in het Noordelijk Territorium, Australië. gelegen aan de westrand van de George Gill Range, op 323 km ten zuidwesten van Alice Springs en 1316 km ten zuiden van Darwin.
De wanden van Kings Canyon zijn meer dan 300 meter hoog. In de bodem van de kloof stroomt Kings Creek. Een deel van de kloof is een heilige plaats voor de Aboriginals. Bezoekers wordt daarom ook gevraagd niet af te wijken van de wandelpaden.
Er lopen meerdere wandelroutes doorheen Kings Canyon.
De kortste (Kings Creek Walk) is een 2-tal km lang (heen/terug), duurt ongeveer een uur en volgt Kings Creek. Op het einde ervan is een platform met zicht op de kloofwanden erboven.
De 6 km lange, 3 à 4 uur durende Kings Canyon Rim Walk loopt over de toppen van de canyon. Ze begint met een steile klim ("Heartbreak Hill") die de wandelaars leidt naar de top, van waaruit men een spectaculair zicht heeft over de omgeving. Halverwege de wandeling leidt een zijwegje naar de Garden of Eden, een oase met permanent water en een uitbundige plantengroei. De tweede helft van de wandeling loopt langs een doolhof van verweerde zandsteen. Vandaar uit daalt de weg geleidelijk naar het vertrekpunt.
Een wandeling die aanbevolen wordt voor onervaren wandelaars is die naar Kathleen Springs (2,6 km heen en terug, ongeveer 1,5 uur). Borden langs de weg geven informatie over de eeuwenoude Aborigines cultuur en over de recente vee-industrie. De wandeling leidt naar een door een bron gevoede waterpartij aan het begin van Kathleen Gorge. Op deze frisse plaats kan men rustig genieten van de omgeving.
3de dag Wayoutback - 24 oktober 2013:
Wandeling van 7 km langs de rotswanden, kloven en plateaus van Watarrka (Kings Caynon):
Waarom zo vroeg op? Omdat wij als eerste de top van de Canyon moeten beklimmen tegen een rotswand aan. Deze klim wordt ook wel de "hart-attack hill" genoemd. Dus om 06:30 uur stonden wij aan de voet van deze berg, verplicht 3 liter water per persoon meenemen en de keuze, beneden blijven en de Canyon van onderaf bekijken of de zware route die dan wel 4 uur gaat duren. Astrid houdt niet van rotsige beklimmingen, vooral niet naar beneden, dus zij besloot met enkele andere deelnemers beneden te blijven.
Eigenlijk valt de beklimming (verslag van Ruud) wel mee, maar de valkuil is, je gaat te snel. De beklimmingis opgebouwd uit 3 delen, deel 1 kwam Ruud als 3e binnen, dat moest hij echter in het 2e deel bekopen, binnen als 5e van de 10.
Boven op de Canyon blijft het uitkijken, het gaat op en neer, enkels en knieën hebben het zwaar te verduren. Boven op de Canyon was eens (duizenden jaren geleden) een rivier en een meer, aan de rand hebben wij geschreeuwd om de echo te horen en omdat wij Astrid beneden zagen staan hebben wij met z'n tienen AAAAAASSSSSTTTTTRRRRIIIIDDDD geroepen, best leuk!
Aan het eind van de Canyon (een Canyon loopt dood en een Gorge is een doorgang met een ingang en uitgang. De Amerikanen vonden echter "Grand Gorge" niet klinken en hebben er "Grand Canyon" van gemaakt, ondanks het feit dat het een in en uitgang heeft) weer naar beneden, meestal via trappen, naar de Garden of Eden, lekker appeltje en koekjes gegeten maar........daarna aan de andere kant weer naar boven, echt een instinker!
Boven mochten wij van onze gids, Cathy, over de rand kijken. Gelukkig kwam pas na het nemen van de foto's ineens een Ranger aangelopen, die Cathy behoorlijk op de vingers tikte Men moet namelijk overal 2 meter van de kant (ravijn) blijven, maar volgens Cathy was dit deel veilig. De route naar beneden was best wel lastig, veel rotsen en oneffenheden, halverwege nog "Big Bertha" gezien, een palmboom van minstens 800 jaren oud. Ruud was in ieder geval blij weer terug te zijn en de gehele groep kreeg terecht een applaus van de deelnemers die de kleine route hadden gedaan.
Na deze tocht een lunch, voor zitgelegenheid moesten wij zelf zorgdragen door ergens anders de tafel en banken te verplaatsen. Daarna moest de andere groep de tafel en banken weer terughalen.
Daarna op naar Glen Helen, een resort in het Mac Donell NP, daar werd voor de deelnemers. die 4 dagen hadden geboekt, kamp 3 opgemaakt. De route ernaar toe was via een erg hobbelige dirty road (260km lang) waar Cathy met een gang van 110km per uur overheen scheurde. Niet iedere deelnemer vond dit leuk en de angst was van hun gezichten af te lezen. Alleen de kinderen hadden grote pret achter in de wagen.
Tijdens deze tocht ook nog een Meteoriet bezocht, geweldig groot, naam ben ik vergeten, zoeken wij op! (homework). Jammergenoeg kwamen wij op deze route alleen wilde paarden tegen, normaal moesten wij ook wilde kamelen (er leven er 1 miljoen in het wild in Australië), Dingo's en kangoeroes zien, dus niet!
Eenmaal in het kamp snel een biertje gepakt, lekker koel met uitzicht op een rivier, af en toe een rivier, nu een natuurlijke poel met wat water.
Vanaf dit punt werden wij, Astrid en Ruud samen met de Zweedse familie opgehaald met een Toyota landcruiser, achterin 2 bankjes in de lengte, waar je met 8 personen opgevouwen kunt zitten, dus......Astrid maar snel naast de chauffeur geplant en op naar Alice Springs, slechts 160 km naar het Oosten.
Wij zijn na deze 3 dagen een enorme ervaring rijker:
- een swag is leuk voor militairen,
- zand schuurt de maag en houdt het schoon,
- water wordt niet gekocht, overal waar je maar water taps hebt die koud zijn, vul je de flessen, 3,75 liter per persoon,
- in kampen met "zwarte waterleidingen" heb je geen heet water tap nodig, heet water komt al uit de koude tap,
- 3 dagen met hetzelfde servies en bestek dat amper wordt schoongemaakt gaat best, wij zijn niet ziek geworden,
- dag indeling van 04:00 uur tot 21:00 uur gaat ook, zeker als je geen TV hebt,
- dat je in 3 dagen 1700km kunt rijden en toch veel zien en doen.
Nu nog 1 dag rust in Desert Palms Resort, zie verslag volgende dag en daarna op naar Sydney.........